Interview in De Tijd, 14/07/2001

Door de aanhoudende droogte is de situatie in Israël problematisch geworden. Onder Israëlische hydrologen is een discussie losgebarsten over de mate waarin ze hun watervoorraad onder de heuvels (het bergaquifer) tijdelijk kunnen overexploiteren zonder dat er onherstelbare schade optreedt. Het idee is dat ze nu in de magere jaren met droogte lenen uit de watervoorraad die in de vette jaren met meer neerslag weer kan worden aangevuld, om het in bijbelse termen te verwoorden. Stefan Deconinck heeft zo zijn bedenkingen bij die oplossing.

Dit idee houdt een onverantwoordelijke gok op de toekomst in en typeert de manier waarop in de regio de jongste twee decennia met het dreigende watertekort werd omgegaan. Een langetermijnbeleid moest het altijd afleggen tegen onderwerpen die op korte termijn interessanter leken. Zo verzette de minister van Milieu zich vorige zomer tegen het verbod openbare parken te besproeien, omdat het oneerlijk zou zijn het publiek te straffen met verdorde plantsoenen.

Maar Deconinck vermoedt dat er nog meer achter zit. Het is zeer vreemd. Soms vraag ik mij af of er geen verborgen agenda meespeelt. Neem nu het begin van de jaren negentig, toen Israël plannen had om zijn waterverbruik te rationaliseren. Toen de vredesbesprekingen na de Golfoorlog op gang kwamen, borg Israël die plannen op. Nu kun je opnieuw een parallel zien tussen het afblazen van het rationeel waterverbruik door Israël en het op gang komen van de vredesbesprekingen in het Midden-Oosten. Dat is een heel opportunistische houding. Pure onderhandelingslogica. Het is aan de onderhandelingstafel beter aan te tonen dat je zelf al niets te verdelen hebt, dan te moeten zeggen dat je water over hebt. Als je rationaliseert, betekent dat namelijk dat je water in reserve wilt houden. Ik denk dat de Israëlis op dat vlak wat blufpoker hebben gespeeld: ze hebben de oplossing van het probleem uitgesteld om zo weinig mogelijk te moeten toegeven in een vredesakkoord. Achteraf konden ze dan wel weer die politiek van rationeel gebruik gaan toepassen. En wat zien we nu: de vredesbesprekingen zijn begonnen in 1991, maar zijn nog steeds niet rond. Aanvankelijk werd gedacht dat het akkoord met de Palestijnen uiterlijk in 1998 in kannen en kruiken zou zijn, maar we wachten er nog steeds op. En ondertussen wordt de watersituatie steeds precairder. Terwijl ze in 90 enkel nog maar plannen hadden voor een rationeel waterverbruik, zijn ze nu verplicht die plannen effectief uit te voeren, zelfs al is er van een vredesakkoord nog geen sprake.

Voorwaarde

Zal water een vredesakkoord met de Palestijnen blijven blokkeren? Water is in elk geval een van de voorwaarden om over vrede te spreken, zegt Deconinck. Maar als er een oplossing komt, zal het in ieder geval een zijn waar de Palestijnen toch zeker een stuk in zullen moeten tegemoetkomen. Dat is onvermijdelijk, omdat ze gewoon een zwakke positie innemen.

Je kunt ook uitgaan van een win-winsituatie. Er is een oplossing mogelijk waarbij wordt gezegd: We behouden de huidige waterverdeling zoals die nu is, en Israël doet een poging om extra water te leveren, bijvoorbeeld door de bouw van ontziltingsinstallaties. Zo is het ook gegaan in het vredesakkoord met Jordanië van 1994. Er is overeengekomen om water uit te wisselen, maar daarnaast heeft Israël toegezegd enkele ontziltingsinstallaties te bouwen zodat Jordanië ook wat meer water zou kunnen krijgen. Dat akkoord zou een voorbeeld kunnen zijn voor een afspraak tussen Israël en de Palestijnen. Maar de situatie is natuurlijk wel anders: Israël en Jordanië hebben historisch vrij goede relaties. Bovendien ziet Israël nog andere voordelen in een samenwerking met Jordanië. Dan is het land ook inschikkelijker.

Regionale samenwerking is de enige manier om tot een duurzame oplossing te komen. Maar we spreken hier natuurlijk wel over een zeer ontvlambare regio. Voor Syrië is het grote struikelblok de Golanhoogte. Zij zeggen: Eerst de Golan terug en dan pas praten over water en vrede. Israël zegt net het omgekeerde: Eerst een aantal punten bespreken en dan kijken wat we kunnen teruggeven. De Golan is natuurlijk een heikel punt omdat daar een belangrijke bron ligt van de Jordaan. Wie de Golan controleert, heeft dus ook de macht over dat water.